bulletje
Uiterlijk
- [A] bul·le·tje
- [B] bul·let·je
[A] het bulletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bul
[B] het bulletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bullet
- Het woord bulletje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bulletje" herkend door:
| 83 % | van de Nederlanders; |
| 50 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Heteroniem in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -etje in het Nederlands
- Achtervoegsel -je in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 50 %