buig mee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- buig mee
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meebuigen |
buig mee
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebuigen
- Ik buig mee.
- gebiedende wijs van meebuigen
- Buig mee!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebuigen
- Buig je mee?
Gangbaarheid
- Het woord buig mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.