brutohuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bru·to·huur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bruto zn en huur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brutohuur | brutohuren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de som van de kale huurprijs en de servicekosten
Gangbaarheid
- Het woord brutohuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.