brei recht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brei recht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rechtbreien

brei (...) recht

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtbreien
    • Ik brei recht. 
  2. gebiedende wijs van rechtbreien
    • Brei recht! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtbreien
    • Brei je recht? 

Gangbaarheid