breedscheenjuffers
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- breed·scheen·juf·fers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van breedscheen zn en juffers zn
- breedscheenjuffer zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breedscheenjuffers | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de breedscheenjuffers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord breedscheenjuffer
- meervoudsvorm als officiële benaming (libellen) Platycnemididae een kosmopolitisch verspreide familie van juffers (Zygoptera). In België en Nederland komt er slechts één soort voor, de blauwe breedscheenjuffer
- meervoudsvorm als officiële benaming (libellen) Platycnemis Het typegeslacht van bovengenoemde familie
Hyperoniemen
- [2] juffers, libellen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] berberbreedscheenjuffer, berijpte breedscheenjuffer, blauwe breedscheenjuffer, ivoren breedscheenjuffer, oranje breedscheenjuffer, witte breedscheenjuffer
Gangbaarheid
- Het woord 'breedscheenjuffers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Libellen in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal