brasade

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bra·sa·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brasade
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de brasadev

  1. Surinaamse feestdag op 25 november: herdenking van de verkrijging van de onafhankelijkheid 1975 waarbij de leiders van de grootste politieke partijen elkaar omhelsden

Gangbaarheid

16 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen