brandt dicht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brandt dicht
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dichtbranden |
brandt (...) dicht
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtbranden
- Jij brandt dicht.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtbranden
- Hij brandt dicht.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtbranden
- Brandt dicht!
Gangbaarheid
- Het woord brandt dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.