branchegroep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bran·che·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord branchegroep branchegroepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de branchegroepv

  1. (economie) groep bedrijfstakken
     "Vorig jaar hebben we er al voor gewaarschuwd", zegt Rob Bouman voorzitter van de branchegroep Overheid van BDO. "Dit is een financiële veenbrand. De situatie is onhoudbaar."[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Meeste gemeenten verwachten begrotingstekort: 'Situatie onhoudbaar'” (Donderdag 14 januari 2021, 10:17), NOS