bracht omlaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bracht om·laag
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omlaagbrengen |
bracht (...) omlaag
- enkelvoud verleden tijd van omlaagbrengen
- Ik bracht omlaag.
- Jij bracht omlaag.
- Hij, zij, het bracht omlaag.
- Ik bracht omlaag.
Gangbaarheid
- Het woord bracht omlaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.