boterhammentrommel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ter·ham·men·trom·mel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boterham en trommel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boterhammentrommel | boterhammentrommels |
verkleinwoord | boterhammentrommeltje | boterhammentrommeltjes |
Zelfstandig naamwoord
- een doosje waarin je brood meeneemt voor werk of school
- Moeder smeerde altijd alle boterhammen voor de kinderen en deed ze in de boterhammentrommeltjes.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'boterhammentrommel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.