bond in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bond in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inbinden

bond in

  1. enkelvoud verleden tijd van inbinden
    • Ik bond in. 
    • Jij bond in. 
    • Hij, zij, het bond in. 


Gangbaarheid