bombardeert weg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bom·bar·deert weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegbombarderen

bombardeert (...) weg

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegbombarderen
    • Jij bombardeert weg. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegbombarderen
    • Hij bombardeert weg. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegbombarderen
    • Bombardeert weg! 

Gangbaarheid