boksten op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boks·ten op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opboksen

boksten (...) op

  1. meervoud verleden tijd van opboksen
    • Wij boksten op. 
    • Jullie boksten op. 
    • Zij boksten op.