boetten in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boet·ten in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inboeten

boetten (...) in

  1. meervoud verleden tijd van inboeten
    • Wij boetten in. 
    • Jullie boetten in. 
    • Zij boetten in.