inboeten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·boe·ten
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
inboeten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inboeten |
boette in |
ingeboet |
zwak -t | volledig |
- overgankelijk minder hebben dan voorheen
- Als gevolg van ontkerkelijking vanaf het laatste kwart van de 20e eeuw, heeft het katholicisme in Noord-Brabant sterk aan invloed ingeboet.
- En op hetzelfde moment worden we getrakteerd op literatuur van de bovenste plank, een boek dat nooit aan kracht zal inboeten, simpelweg omdat de mens - vergeef me mijn zwartgalligheid - onverbeterlijk is.[3]
- Het probleem is dat wetenschappers niet de enigen zijn die erover beschikken. De feiten die wetenschappers produceren, zijn immers allemaal te vinden in de enorme supermarkt die internet heet. Wanneer mensen daar zoeken, vinden ze de resultaten van tal van studies die elkaar inderdaad soms tegenspreken. Als wetenschap hierdoor al aan geloofwaardigheid zou inboeten, dan komt dat ook door de valse belofte die wetenschappers zelf doen.[4]
Typische woordcombinaties
- inboeten aan
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord inboeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "inboeten" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ inboeten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Golding, WilliamDe heer der vliegen vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema 2011 ISBN 978-90-5965-388-7 pagina 11
- ↑ Volkskrant 2 juni 2017,
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %