boende schoon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boen·de schoon
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
schoonboenen

boende (...) schoon

  1. enkelvoud verleden tijd van schoonboenen
    • Ik boende schoon. 
    • Jij boende schoon. 
    • Hij, zij, het boende schoon. 

Gangbaarheid