boemerangkind

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  boemerangkind    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• boe·me·rang·kind

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boemerang zn  en  kind zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boemerangkind	boemerangkinderen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boemerangkind o

1. kind dat na een tijdje zelfstandig te hebben gewoond weer naar het ouderlijk huis terugkeert

   ▸ Een gedeelde derde plaats is er voor de woorden twitteratuur (literaire werken in de vorm van tweets) en boemerangkind. Dat laatste woord is echter al een paar jaar in gebruik voor een uitwonende student die in het weekend thuiskomt om onder meer de was te laten doen.

   ▸ Jorien is niet de enige die weer thuis woont nadat ze op kamers is geweest. Een op de vier kinderen woont binnen vijf jaar weer 'thuis', blijkt uit cijfers van het CBS. Dat is iets meer dan enkele jaren geleden en veel meer dan in de jaren 70, toen slechts 1 op de 10 kinderen terugkeerde naar het ouderlijk huis. Er is zelfs een term voor: Jorien is een boemerangkind.

Gangbaarheid

• Het woord boemerangkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.