boekt af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boekt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afboeken |
boekt af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboeken
- Jij boekt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afboeken
- Hij boekt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afboeken
- Boekt af!
Gangbaarheid
- Het woord boekt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.