blus na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blus na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nablussen

blus (...) na

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen
    • Ik blus na. 
  2. gebiedende wijs van nablussen
    • Blus na! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nablussen
    • Blus je na?