bloemloos
Uiterlijk
- bloem·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bloemloos | bloemlozer | bloemloost |
verbogen | bloemloze | bloemlozere | bloemlooste |
partitief | bloemloos | bloemlozers | - |
bloemloos
- zonder bloemen
- Naast de kleurrijke border met veel bloemen hadden ze ook bloemloze planten in de tuin staan.
- Het woord 'bloemloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.