blijft voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blijft voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorblijven

blijft (...) voor

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorblijven
    • Jij blijft voor. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorblijven
    • Hij blijft voor. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorblijven
    • Blijft voor! 

Gangbaarheid