blek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blek
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van blec [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blek | blekken |
verkleinwoord | blekje | blekjes |
Zelfstandig naamwoord
- lapje leer
- vlek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blekken |
blek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blekken
- Ik blek.
- gebiedende wijs van blekken
- Blek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blekken
- Blek je?
Gangbaarheid
- Het woord 'blek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "blek" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ blek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be