bitonaliteit
Uiterlijk
- bi·to·na·li·teit
- afgeleid van tonaliteit met het voorvoegsel bi-
- afgeleid van bitonaal met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bitonaliteit | - |
verkleinwoord | - | - |
de bitonaliteit v
- (muziek) gelijktijdig gebruik van twee verschillende toonsoorten
- Het woord 'bitonaliteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.