bind aaneen
Uiterlijk
- Geluid: bind aaneen (hulp, bestand)
- bind aan·een
vervoeging van |
---|
aaneenbinden |
bind aaneen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenbinden
- Ik bind aaneen.
- gebiedende wijs van aaneenbinden
- Bind aaneen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaneenbinden
- Bind je aaneen?