bierpul

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

bierpul
Uitspraak
Woordafbreking
  • bier·pul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bierpul bierpullen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bierpul v/m [1]

  1. groot glas of grote beker met handvat en soms ook een deksel voor het drinken van bier
    • Samen met de ordediensten kwam de politie honderden keren in actie, veelal voor kleinere incidenten. De meeste ongelukken deden zich voor met gebroken bierpullen. In totaal probeerden bezoekers zo'n 120.000 glazen te stelen. [2] 
    • De wereldrecordhouder bierpullen dragen heeft zichzelf overtroffen. Oliver Strümpfel wist zijn eigen record van 25 pullen te verbreken.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen