bewaarbaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bewaarbaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·waar·baar

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van bewaren met het achtervoegsel -baar

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	bewaarbaar	bewaarbaarder	bewaarbaarst
verbogen	bewaarbare	bewaarbaardere	bewaarbaarste
partitief	bewaarbaars	bewaarbaarders	-

Bijvoeglijk naamwoord

bewaarbaar

1. (vooral van voedsel) dat iets door langer houden niet slechter wordt

   •  

Synoniemen

• houdbaar, conserveerbaar

Gangbaarheid

• Het woord bewaarbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.