bevrachten
Uiterlijk
- Geluid: bevrachten (hulp, bestand)
- IPA: /bə'vrɑxtə(n)/
- be·vrach·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevrachten |
bevrachtte |
bevracht |
zwak -t | volledig |
bevrachten
- overgankelijk ergens vracht in- of opladen
- Die wagen was bevracht met borrelnootjes.
- overgankelijk een overeenkomst sluiten over vervoer van goederen via een schip of vliegtuig
- Het woord bevrachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal