beveiligingsplan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vei·li·gings·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beveiligingsplan beveiligingsplannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het beveiligingsplano

  1. plan voor de bescherming van iets of iemand
     Hij wil daarom dat scholen, ouders, politie en andere betrokkenen nog voordat de scholen na de kerstvakantie weer opengaan een beveiligingsplan opstellen. In die plannen moet plaats zijn voor de aanstelling van bewapende politieagenten of bewakers.[1]
     De inbraak was in de nacht van zondag op maandag. Bekeken wordt nu, hoe het beveiligingsplan van het museum kan worden aangescherpt.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “'Bewapende agenten op scholen'” (Vrijdag 21 december 2012, 18:02), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Zilverroof uit museum Huis Doorn” (Dinsdag 18 december 2012, 10:36), NOS