betaalden aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·taal·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanbetalen

betaalden aan

  1. meervoud verleden tijd van aanbetalen
    • Wij betaalden aan. 
    • Jullie betaalden aan. 
    • Zij betaalden aan. 


Gangbaarheid