bestickering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bestickering van een auto
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stic·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestickering bestickeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bestickeringv

  1. het beplakken van iets met plakplaatjes
     De nieuwe auto van Scuderia Toro Rosso, de STR11, is nog niet helemaal klaar. Omdat de deal met Ferrari pas laat beklonken werd, heeft Toro Rosso alles op alles moeten zetten om de bolide op tijd rijklaar te maken. Daardoor is het team niet toegekomen aan de bestickering van de wagen. Sainz rijdt op 22 en 24 februari zijn eerste rondjes in principe in een kale, blauwe auto. Verstappen maakt op 23 en 25 februari zijn opwachting.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Teambaas waarschuwt Verstappen voor valkuilen tweede jaar” (Dinsdag 16 februari 2016, 18:43), NOS