beschijten
Uiterlijk
- Geluid: beschijten (hulp, bestand)
- be·schij·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beschijten |
bescheet |
bescheten |
klasse 1 | volledig |
beschijten [1]
- overgankelijk (vulgair) schijten op, in of tegenaan
- De galg beschijten
nergens bang voor zijn; maling hebben aan de gevolgen van je gedrag
- Het woord beschijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Vulgair in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal