berkenbos

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Berkenbos
berkenbos
Uitspraak
Woordafbreking
  • ber·ken·bos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berkenbos berkenbossen
verkleinwoord berkenbosje berkenbosjes

Zelfstandig naamwoord

het berkenboso

  1. een bos dat vooral berken bevat
    • Beeld je een dichtbegroeid bos in met veel schaduw dat thuis lijkt te horen in een sprookje en waar op ieder moment een hobbit kan verschijnen. Kleur vervolgens de grond bloedrood en de lucht in duizend kleuren groen en okergeel en je krijgt: la Selva de Irati. Dit tweede grootste en best bewaarde berkenbos van Europa (na het Zwarte Woud in Duitsland) is meer dan de moeite waard.[2] 
    • Het grootste overblijfsel, de Groote Peel, ligt enkele kilometers voorbij het plaatsje Neerkant. Wij rijden er gauw even naar toe, want ook hier is de aanblik magisch. Vennen, rietkragen, berkenbosjes, plassen en vlaktes vol pijpenstrootje kenmerken het uitzicht in het Nationaal Park De Peel.[3] 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 07 nov. 2014 Verrassend in Spanje
  3. de Telegraaf JOHN HAGENS 17 nov. 2012 De Peel: Spookachtig mooi
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be