bergrat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- berg·rat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van berg zn en rat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergrat | bergratten |
verkleinwoord | bergratje | bergratjes |
Zelfstandig naamwoord
- Marmota marmota mormeldier, alpenmarmot
- Een ongemeen groot mormeldier of bergrat, namelijk, was daags te voren uit de koude, waar het met andere in zijnen winterslaap gedompeld lag, in de warme kamer gebragt, om zijnen warmtegraad te toetsen, Men had dit beest, buiten mijn weten, in eene zeer enge blikken kooi ingesperd, die met eene ijzeren tralie gesloten was, en vergeten, hetzelve weder naar buiten in de koude te brengen. [1]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bergrat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bergrat" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ DBNL (1817)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen Print Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be