beperkte
Uiterlijk
- be·perk·te
beperkte
- verbogen vorm van de stellende trap van beperkt
- ▸ Haar man Pieter kon er dan voor zorgen dat Rogier beperkte toegang kreeg, wat inhield dat Max en Dennis gewoon bij hem konden spelen.[1]
vervoeging van |
---|
beperken |
beperkte
- enkelvoud verleden tijd van beperken
- Ik beperkte.
- Jij beperkte.
- Hij, zij, het beperkte.
- Ik beperkte.
- verbogen vorm van beperkt, voltooid deelwoord van beperken
- Het woord beperkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.