benard
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·nard
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘benauwd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1626 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | benard | benarder | benardst |
verbogen | benarde | benardere | benardste |
partitief | benards | benarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
benard
- in het nauw gebracht
- Zelfs in de benardste omstandigheden wist hij nog een uitweg te bedenken.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord benard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "benard" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[2] |