belgicistisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bel·gi·cis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | belgicistisch | belgicistischer | |
verbogen | belgicistische | belgicistischere | |
partitief | belgicistisch | belgicistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
belgicistisch [1]
- met betrekking tot het belgicisme
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord belgicistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.