beleefbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·leef·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beleefbaar beleefbaarder beleefbaarst
verbogen beleefbare beleefbaardere beleefbaarste
partitief beleefbaars beleefbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

beleefbaar

  1. wat door eigen ondervinding ervaren kan worden
    • De provincie Utrecht zocht naar een manier om het Romeinse erfgoed in de bodem zichtbaar en beleefbaar te maken, zegt provinciaal archeoloog Ruurd Kok. „Door de recente ruilverkaveling verdwijnt de boomgaard, die toch al aan het eind van zijn latijn was. We wilden iets doen op dit unieke kruispunt van de Romeinse limes en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Theo Toebosch NRC 24 juli 2007