bejaagbaar
Uiterlijk
- Geluid: bejaagbaar (hulp, bestand)
- be·jaag·baar
- Naamwoord van handeling van bejagen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bejaagbaar | bejaagbaarder | bejaagbaarst |
verbogen | bejaagbare | bejaagbaardere | bejaagbaarste |
partitief | bejaagbaars | bejaagbaarders | - |
bejaagbaar
- toegestaan om op te jagen
- In de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Limburg en Drenthe is de jacht op wild helemaal gesloten. Het gaat om de vijf vrij bejaagbare soorten: fazant, wilde eend, haas, konijn en houtduif.[1]
- Het woord bejaagbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC 24 december 2010