beinust

Uit WikiWoordenboek

IJslands

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

beinust

  1. nominatief vrouwelijk enkelvoud overtreffende trap van beinn

beinust

  1. nominatief onzijdig meervoud overtreffende trap van beinn

beinust

  1. accusatief onzijdig meervoud overtreffende trap van beinn