behekst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·hekst

Werkwoord

vervoeging van
beheksen

behekst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheksen
    • Jij behekst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheksen
    • Hij behekst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beheksen
    • Behekst! 
vervoeging van: beheksen…
verbogen vorm: behekste

behekst

  1. voltooid deelwoord van beheksen
stellend
onverbogen behekst
verbogen behekste

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van beheksen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Bijvoeglijk naamwoord

behekst

  1. door een heks betoverd
    • De man was zo verliefd op de vrouw en deed zulke rare dingen dat het wel leek alsof hij behekst was. 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt. [1] [2]

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be