beca

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ca
enkelvoud meervoud
beca becas

Zelfstandig naamwoord

beca v

  1. beurs, studiebeurs, studietoelage

Werkwoord

vervoeging van
becar

beca

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van becar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van becar