barkastje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bar·kast·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bar en kastje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | barkastje | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het barkastje o dim. tant.
- kastje met openklappend schenkbord om drinkbenodigdheden in op te bergen
Zelfstandig naamwoord
het barkastje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord barkast
Gangbaarheid
- Het woord 'barkastje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.