baoge
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
baoge
- (militair) boog, handboog; een wapen waarmee een pijl weggeschoten kan worden
- (wiskunde) boog, cirkelboog
- (bouwkunde) boog; een deel van een bouwwerk waar iets of iemand onderdoor kan gaan (vgl. spitsboog, triomfboog)
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
baoge
- (militair) boog, handboog; een wapen waarmee een pijl weggeschoten kan worden
- (wiskunde) boog, cirkelboog
- (bouwkunde) boog; een deel van een bouwwerk waar iets of iemand onderdoor kan gaan (vgl. spitsboog, triomfboog)
Schrijfwijzen
Synoniemen
- flitsebaog, flitseboog, pielboog, pielebaog, pielebaoge, pieleboge, pieleboog, piel-en-baoge, piel-en-boge, piel-en-boog, pielepalleboge
- –
- –
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Achterhoeks
- Zelfstandig naamwoord in het Achterhoeks
- Militair in het Achterhoeks
- Wiskunde in het Achterhoeks
- Bouwkunde in het Achterhoeks
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Militair in het Nedersaksisch
- Wiskunde in het Nedersaksisch
- Bouwkunde in het Nedersaksisch