banjer rond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ban·jer rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondbanjeren

banjer (...) rond

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondbanjeren
    • Ik banjer rond. 
  2. gebiedende wijs van rondbanjeren
    • Banjer rond! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondbanjeren
    • Banjer je rond? 

Gangbaarheid