banenplan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·nen·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banenplan banenplannen
verkleinwoord banenplannetje banenplannetjes

Zelfstandig naamwoord

het banenplano

  1. voornemen om de werkgelegenheid te bevorderen
     Vanaf morgen kunnen ondernemers op internet kiezen uit een "menukaart" met daarop verschillende subsidies om mensen aan werk te helpen. De maatregel is een uitvloeisel van afspraken van voor de zomer. Het kabinet stelde toen 600 miljoen euro beschikbaar voor een banenplan en werkgevers en werknemers trokken eenzelfde bedrag uit.[1]
     Het CDA vindt ook dat het kabinet minder geld moet uitgeven aan extra uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking en het creëren van banen. Het kabinet heeft een fonds voor ontwikkelingssamenwerking van 250 miljoen en er wordt 300 miljoen uitgetrokken voor een banenplan. Buma wil deze investeringen schappen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2023 Weblink bron “"Menukaart" voor banen-subsidies” (Donderdag 22 augustus 2013, 19:59), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 januari 2023 Weblink bron “Buma: overheid in crisis op nullijn” (Zaterdag 14 september 2013, 05:00), NOS