bakkenist
Uiterlijk
- bak·ke·nist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakkenist | bakkenisten |
verkleinwoord |
de bakkenist m
- (sport) "passagier" (bijrijder) bij motorrace-wedstrijden met zijspan
- Het woord bakkenist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakkenist" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zijspan weer hot tijdens 'instapdag' voor bakkenisten in Lattrop” (22-10-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron Ralph Blijlevens“Dubbelslag voor Bax/Stupelis in GP-zijspancross Markelo” (07-07-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be