avonturen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • avon·tu·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
avonturen
avontuurde
geavontuurd
zwak -d volledig

Werkwoord

avonturen

  1. iets spannends doen waarvan het resultaat nog niet helemaal vaststaat aan het begin van de handeling

Zelfstandig naamwoord

de avonturenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord avontuur

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be