audacieuze

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·da·ci·eu·ze
Woordherkomst en -opbouw
  •  audacieus bn  met de uitgang -e, waarbij de slotmedeklinker stemhebbend wordt

Bijvoeglijk naamwoord

audacieuze

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van audacieus
     Op audacieuze complimentjes reageerde ze vaag en geheimzinnig. Gaarne aanvaardde ze allerlei hulde, maar ze wilde haar jongen niet ontrouw worden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 oktober 2021 Weblink bron “Vallende vogels.” (1934), N.V. Leiter-Nypels, Maastricht, p. 77