audacieus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·da·ci·eus
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | audacieus |
verbogen | audacieuze |
Bijvoeglijk naamwoord
audacieus
- (verouderd) durf of overmoed tonend
- ▸ Maar toen Hugh Gaitskell enkele dagen tevoren in een radiorede die de ‘Europeanen’ bezwaarlijk als muziek in de oren kan hebben geklonken Engeland's toetreding tot de Zes wilde reduceren tot een Engelse belangenkwestie, bleef Spaak, heel wat minder audacieus opeens, zitten.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'audacieus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Adriaan Koerbagh“Een bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet geplant door Vreederijk Waarmond, ondersoeker der waarheyd, tot nut en dienst van al die geen die der nut en dienst uyt trekken wil.” (1668), Adriaan Koerbagh, Amsterdam, p. 83
- ↑ Weblink bron H. van Galen LastSpaak in het wiel in: Hollands Weekblad, jrg. 4 nr. 155 (23 mei 1962), Stichting Hollands Weekblad, Den Haag, p. 2