astrologisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- as·tro·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van astrologie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | astrologisch | astrologischer | |
verbogen | astrologische | astrologischere | |
partitief | astrologisch | astrologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
astrologisch [1]
- de astrologie betreffend
Gangbaarheid
- Het woord astrologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.